Jaarmarkt
In 1732
kreeg de gemeente Schijndel toestemming om vier keer per jaar een jaarmarkt te
t.ouden. Meer dan twee eeuwen bleven de jaarmarkten in Schijndel bestaan. De belangrijkste
in de hier beschreven periode was de St. Mathijs-markt die in februari werd
gehouden.
Van oudsher
werden er op de Schijndelse jaarmarkten voornamelijk runderen en paarden
verhandeld. Aan het einde van de vorige eeuw begon de betekenis van de jaarmarkt
als locale veemarkt echter af te nemen - de jaarmarkt werd een allegaartje waar
van alles en nog wat te krijgen was. Toch verdween het vee nooit helemaal van
de markt.
Voor de
Schijndelse bevolking was de jaarmarkt zoiets als een feestdag. Meiden en
knechten hadden vrij. Veel schoolkinderen die geen vrij hadden kregen van thuis
een enkele cent mee om snoep te kopen. Het was ook een van de weinige gelegenheden
dat geliefden hun genegenheid voor elkaar openlijk op straat lieten zien. Een
arm om elkaar heen slaan ging evenwel te ver. Het bleef beperkt tot het naast
elkaar lopen met omstrengelde pinken. Vandaar dat de jaarmarkt in de de
volksmond wel de "pinkenmèrt" werd genoemd.
Tijdens de St. Mathijs-markt ging ook de nieuwe dienstperiode
van de "meiden" in. Het volgende gezegde herinnert daar nog aan: "Mi Sinte Methijs-mèrt
moete
zèn de boje bè de boere
op de herd,
anders
zèn ze geen skup onder d'r kont wèrt"
Jaarmarkt in 1910.
Koninginnedag
Behalve de jaarmarkt
waren kermis en Koninginnedag echte dopsfeesten. De kermis had een wat
negatieve klank. Het kwam namelijk nogal eens voor dat er gevochten werd.
Op
dergelijke feestdagen werd het steeds populairder om te gaan dansen. Verklaarde
de geestelijkheid er een grote tegenstander van te zijn, de gemeentelijke
overheid liet het in beperkte mate toe. In 1919 werd in verband met de kermis
bepaald dat de meisjes op zondag tot 19.00 uur mochten dansen, terwijl op de
andere kermisdagen het tot 18.00 uur toegestaan was. De jongens mochten alle
dagen tot 22.00 uur dansen.
Het vieren
van Koninginnedag werd door de overheid sterk gestimuleerd. In Schijndel was
een Oranjevereniging aktief die er niet voor terugschrok om grote betrekkelijk
nieuwe evenementen te organiseren. Zo had men in 1929 een concours hippique op
het programma staan.
De foto
hieronder is gemaakt tijdens de koninginne-optocht van 1935, of daaromtrent.
"De Honington" was het bedrijf van bakker Frans van
Roessel. Achter het paard staat moeder Anneke van Roessel-van der Spank. Op de
wagen de kinderen van Frans en Anneke van Roessel.
Toon, Mieke (vooraan). Nol, Henk en Jan.
Naast het
bakken van brood was "De Honington" - opgericht in 1918 -
gespecialiseerd in het maken van peperkoeken. Als extra bijdrage aan de
feestelijkheden op koninginnedag had Frans van Roessel kleine peperkoekjes
laten maken die hij tijdens de optocht uit liet delen.
Gezien de
economische situatie was dat voor velen een echte tractatie. In een heleboel
huishoudens zat het er niet aan om iets extra in huis te halen. Op 31 december
1935 waren er niet minder dan 248 personen werkeloos, waarvan er 148 in de
gemeentelijke werkverschaffing waren opgenomen.
De Zusters
van Schijndel deden ook hun best om van Koninginnedag een echte feestdag te
maken. De schoolmeisjes kregen van de zusters chocolademelk en een krentenbol.
Daar er – aanvankelijk - op de jongensscholen niet werd getracteerd kun je je
voorstellen dat Koninginnedag door de schooljeugd met gemengde gevoelens werd
gevierd.
Vanaf 1938
ging het met de economie een stuk beter. Om de grauwsluier van de jaren dertig
te vergeten werd het 40-jarig koningschap van Wilhelmina in 1938 aangegrepen om
van Koninginnedag een bijzonder groots feest te maken.
Tot de
aktiviteiten op 31 augustus 1938 behoorde wederom een optocht. Deze keer was
die vanzelfsprekend nog groter dan anders. Allerlei bedrijven en verenigingen
hadden hun medewerking gegeven. Onderstaande foto geeft een impressie van de
optocht. Te zien zijn de wagen van het vervoersbedrijf van Ed Barten en
daarachter de wagen van Spoorwegbouwbedrijf De Molenheide.
Voor het paard Toon Vorstenbosch en Ed Barten senior,
op de wagen Jan Hubers en Driek van de Rijt en achter de wagen
Toon Hak.
Mei
trouwmaand
Behalve de kerkelijke
feesten (zie hoofdstuk 6) en de dorpsfeesten (o.a. jaarmarkt, koninginnedag)
had je nog de familiefeesten.
Bij een
huwelijk is het een tijdlang het gebruik geweest dat, als de aanstaande bruidegom
naar het gemeentehuis ging om aan te tekenen, hij door de buurt werd "los
geschoten". Hij werd dan met veel kabaal en het schieten met een
jachtgeweer uitgeleide gedaan. Na het aantekenen werden de jongens uit de buurt
op een flinke hoeveelheid bier getrakteerd. Deed men dat niet dan werden er
twee poppen - voorstellende het aanstaande bruidspaar - in een boom gehangen
als teken voor iedereen dat het huwelijkspaar in gebreke was gebleven. Als
spreuk hing vaak bij de poppen:
"hier
offert men voor de arme man, die geen bier betalen kan",
In 1935
werd bij gelegenheid van het huwelijk van Jan Havinga met Jans Duits deze foto
gemaakt.
Achter: onbekend, Jaan Duits, Janus Manders, onbekend, Van
Schijndel, Jo Duits.
Midden: onbekend, Piet Duits, het bruidspaar met bij zich
kinderen uit voorgaande huwelijken (beiden waren eerder getrouwd), Driek van
Schijndel, Coba Havinga, onbekend.
Voor: (onder andere) kinderen uit het eerste huwelijk van Jan
Havinga.
De muzikanten zijn: Driek Pennings en dochter Tonia.
Veel
huwelijken werden in mei gesloten. Een combinatie van godsdienstige, symbolische
en praktische redenen lag daaraan ten grondslag. Binnen de katholieke kerk gold
de regel dat er in de vastentijd en de Advent bij voorkeur niet getrouwd diende
te worden. Vóór of na de gesloten tijd was het uit dat oogpunt dus een
geschikte tijd om te huwen. Dat het vaak in mei gebeurde had hier mee te maken:
- mei is Mariamaand. Bij bijna elke katholieke vrouw kwam Maria in
de doopnamen voor. Het werd de Maria-kinderen voorgehouden dat mei voor hen een
bijzondere maand was. Door daar rekening mee te houden mochten zij hopen op
voorspraak van Maria en veel huwelijksgeluk.
- de
symbolische betekenis van mei waarin alles tot bloei komt, iets wat ook in het
huwelijk tot uiting komt.
- bruiloften werden bijna altijd thuis gevierd. Mei was dan een
geschikte tijd voor een feest: voor boeren gold dat het vee buiten was en dat
stal en schuur, die dienst konden doen als feestzaal, waren schoongemaakt. Qua
werkzaamheden was mei ook een gunstige tijd
- alles was zo goed als gezet en gezaaid - de drukke hooi- en oogstijd
moest nog komen. Verder was het in mei vaak redelijk goed weer zodat men geen
doen meer had met kachels en verwarming.
-
huurovereenkomsten van woonruimte liepen veelal af met Pinksteren wat vaak in
de maand mei is. Kon een stel een huis krijgen dan volgde er ook een bruiloft.
Op 8 mei
1923 trouwde Bertus Timmermans met Marie van den Oetelaar. Hieronder enkele van
de bruiloftsgasten.
Achter: Mina Timmermans, Betje Verhoeven, Siska van den
Oetelaar, onbekend,
Ben en Jans van den Oetelaar, Pieter van der Spank, Dien van den
Oetelaar.
Midden: Doortje Timmermans, Adrianus van den Oetelaar, Drika
Verhoeven,
Harrie en Marie van den Oetelaar, onbekend, Tonia Timmermans.
Voor: Martha van den Oetelaar, onbekend, Janus - Betsie en
Bertha van den Oetelaar.
Gouden
bruiloften
Een
vijftigjarig huwelijksfeest kwam vroeger veel minder vaak voor dan
tegenwoordig. Immers velen trouwden op latere leeftijd én men ging simpelweg
eerder dood. Maar als het zover was dan werd het ook op een bijzondere wijze
gevierd. Familiefeesten werden nagenoeg altijd thuis gevierd.
Voor een
gouden bruiloft werden wel - afhankelijk van de financiële positie van het
gouden bruidspaar - twee en soms drie dagen feest uitgetrokken.
De foto
hieronder is in 1923 gemaakt bij de gouden bruiloft van Adrianus Hellings en
Maria Timmermans (Hermalen).
Achter: Marie van Liempd en haar man Jan Hellings, Driek
Hellings, Marinus Hellings, Marie van den Oetelaar en haar man Bertus Hellings,
Janus van der Heijden en zijn vrouw Jana Hellings.
Midden: Janus van Heeswijk, Naris Vleuten en zijn vrouw Aan
Hellings,
Simon Donkers en zijn vrouw Bet Hellings, Jan den Ouden en zijn
vrouw Dina Hellings.
Voor: Mina van Heeswijk-Hellings, Dorus Hellings, het gouden
bruidspaar,
Piet Hellings en zijn vrouw Mina van der Heijden.
Willem van
Esch en Dina Verhoeven - die woonden op de Steegt - waren in 1926 50 jaar
getrouwd. Tot het programma die dag hoorde ook hier het maken van een
familiefoto.
Boven: Bert van Berkel, Antoon Smits, Dorus Heerkens, Sjef
Goijaarts, Marinus Dobbelsteen,
Bertus Timmermans, Piet Verhoeven, Marinus Verhoeven, Willem van
Woezik,
Hannes van Berkel, Hermus Geerts, Cornelis van Eindhoven en
Harrie Steenbakkers.
2de rij: Bert van Rooij, Dina van der Velden, Adrianus
Verhoeven, meester Tausch, Toon Verhoeven, Johannes van der Spank, Theodora
Steenbakkers-van Houtum, Francina Verhagen-van Heeseh,
Frans van Roessel zijn vrouw Anneke van der Spank, Janus
Timmermans en Jan van Aspert.
3de rij: Antoon van Piet van Esch, Antoon van Gerard
van Esch, Drika van Esch,
Marie Timmermans-van den Oetelaar, Tonia Heerkens-Timmermans,
Nolda van Berkel-Timmermans, Woutera Goijaarts-Timmermans, Marie
van Woezik-Verhoeven, Bertha Dobbelsteen-Smits, Thilda Timmermans-Dobbelsteen,
Bertha Smits-Dobbelsteen,
Cunera van Aspert-Dobbelsteen, Marie van Rooij-Merks.
4de rij: Dorus Timmermans, Piet van Esch, Willem
Timmermans, Bert van Esch,
Adrianus van Esch, Gerard van Esch, Dorus van Esch, Sjef van
Esch, Pieter van der Spank.
Zittend: Mieke van der Velden, Martha Timmermans-Verhoeven,
Elisabeth van Esch-Timmermans, Marie Timmermans-van Esch, Suze van Esch, het
gouden paar Willem van Esch en Dina Verhoeven, Riek Timmermans, Jans van
Esch-Timmermans, Anna van Esch-Verhagen,
Leen van Esch-Donkers en Drika van der Spank-Verhoeven.
De kinderen: Harrie van Esch, Wim van Dorus van Esch, Betsie van
Esch, Gijs Timmermans,
Petra Dobbelsteen, Anna van Esch, Gijs van Esch, Dien van Piet
van Esch,
Dien van Dorus van Esch, Wim van Piet van Esch.
Terug naar Schijndel 1880-1940